Reisverslag September 2016
Welkom op ons reisverslag van 2016 naar Albanië
Deze keer waren wij aan de beurt om verslag te doen van onze reis naar Albanië. In 2013 moesten wij noodgedwongen vertrekken uit Albanië vanwege een ernstige ziekte van Rob. Met de 16 jaar werkervaring hadden we daar veel kennis opgedaan en beheersen we de taal. Dat kwam nu goed van pas. In 2015 zijn we daar ook al geweest, maar nu met een gericht doel om projecten te bezoeken en onze bevindingen over te brengen aan het bestuur van New Life Foundation.
Rob en Annet van Eck
Dinsdag, 27 september
Koffers gepakt, paspoort niet vergeten en vooral niet de e-ticket. Want als je met Ryanair vliegt dan moet je je boeking tonen bij de balie, dan weer bij de douane en vervolgens bij de gate zelf. Heb je zo’n papiertje niet bij je, dan krijg je 45 Euro boete.
Wij dachten slim te zijn door een screenpic te maken, maar dat is een heel gedoe als je steeds je mobieltje moet trekken, activeren en tonen terwijl je al je handen vol hebt.
We zijn al ruim twee uur van tevoren op Weeze airport. Dat is wel zo prettig, want er staat nog niemand bij de balie, en ikzelf heb een hekel aan wachten. We zijn dan ook direct aan de beurt.
Ditmaal vliegen we op Thessaloniki. Een Albanese vriend, Fredi, haalt ons op met een oud autootje waarvan ik betwijfel of die ons inclusief alle bagage wel kan dragen. Hij stelt ons gerust in rap Albanees. De 20 jarige Nissan heeft pas een APK gehad. Tegen achten in de avond komen we aan in zijn flat, waar het vanwege het tijdsverschil alweer negen uur is geworden. Poeh, wat vliegt de tijd! Een hartelijk ontvangst, uitgebreide maaltijd en dan op tijd naar bed. Morgen deel twee van de reis naar Korçë.
Woensdag, 28 september
Vandaag moeten we de grens over. Vanwege een staking, zo vertelt Fredi, rijden de bussen niet meer. De chauffeurs willen loonsverhoging en verlaging van belasting. Het BTW percentage is inmiddels tot een ongekende hoogte gestegen naar 24 procent. Alleen brood en boter kun je krijgen tegen het ‘lage’ percentage van 13%. Dat is toch niet normaal! Het stil leggen van het OV is een ramp voor het bedrijfs- en sociale leven in Macedonië. Even om misverstanden te voorkomen; Macedonië is het noorden van Griekenland. Niet te verwarren met het land dat nu Macedonië heet, het eigenlijke FYROM (Former Yugoslavian Republic Of Mac)
Zeg dus nooit tegen een Griek dat je uit Macedonië komt als je van Skopje komt. Het is een hot item. Zeker nu ze het vliegveld in Skopje hebben genoemd naar de Griekse vorst ‘Karel de Grote’. Dat even terzijde. Wat de staking teweeg brengt, een juffrouw kan niet naar school om les te geven en haar vader moet het bloedonderzoek afzeggen omdat de bus niet rijdt. Chaos! Dat kan Griekenland nu eigenlijk net niet hebben in deze hachelijke tijden. De economische crisis biedt de nodige gespreksstof, emoties laaien hoog op.
Met Bona, zijn vrouw, Fjori de dochter, Fredi als chauffeur en wij tweeën rijden we naar Albanië. Ik knijp mijn ogen dicht als het autootje luidruchtig de honderdentwintig passeert. Het zijruit van Fredi zit vastgeplakt aan de sponning met cellotape anders valt het omlaag in de deurruimte. Daarbij heeft Fjori achter Fredi nog eens haar raam opengedraaid om zo wat lucht binnen te laten. De ventilator van Fredi blaast alleen maar hete lucht. Dat werkt dus ook niet mee in zo’n benauwde ruimte bij 32 graden Celsius.
Maar we komen er wel! De Grieken houden bij de grens een stiptheidsactie. Om de minuut gaat er één auto door. Wij moeten aansluiten achter een rij van honderd auto’s. Dat schiet lekker op zo!
Zelf stap ik uit de auto, loop de rij voorbij en vraag aan de norse beambte of wij er niet tussendoor kunnen. Als Nederlander heb je soms wel eens een streepje voor. Maar omdat onze medereizigers een Albanees paspoort hebben, is hij niet te vermurwen. Jammer, twee uur later als afgesproken komen we in Korçë aan.
Fjori en Bona gaan zelf naar de tandarts, hij nog even langs zijn moeder. Annet en ik maken bivak bij Marleen in het verzorgingshuis. We kunnen in haar appartement slapen.
s ‘Avonds eten we bij het Nederlands zendingsechtpaar Eduard en Joni. Gezellig om elkaar na zoveel jaar weer eens te zien. Wat zijn de kinderen groot geworden! Ze vertellen ons van hun plannen, om vanwege de studie van hun kinderen weer naar Nederland terug te keren.
Donderdag, 29 september
Komende drie dagen blijven we in Korçë. We hebben veel kennissen uit de periode dat we er nog woonden. Maar we mogen ook nieuwe vrienden ontmoeten. Zo zijn begin dit jaar Dick en Attie aangekomen in Korçë. Ze hebben besloten om in plaats van een riante woning in Spanje zich zeker voor een jaar te geven aan het verzorgingshuis ‘Vila Kenedi’. Zij hebben hun huis op Kinderdijk verkocht en zijn met de camper vertrokken richting de Balkan. Dick gaat meehelpen met het onderhoud van het tehuis. Dat is wel nodig, want er gaat nogal eens wat stuk. Marleen is erg blij met hun komst. Zeker ook omdat Attie mee kan helpen bij de verzorging en verpleging van de ouderen.
Om half tien kloppen we aan bij Ian, voorganger van de evangelische gemeente daar. Kisha Ungjillore, zoals de kerk heet, heeft ons huis in Korçë drie jaar geleden gekocht. Dat wil zeggen, het grootste deel van de koopsom is al betaald, en het huis is helemaal verbouwd, maar er staat nog niets op papier. Het wordt dus tijd om een keer langs de notaris te gaan. Xhoni (spreek je uit als djoni) heeft al het nodige voorbereid. Na een gezellige ontmoeting met Ian, waarbij we de laatste nieuwtjes uitwisselen, stappen Xhoni en ik naar de notaris met de papieren.
Helaas, eerst moet de laatste transactie worden gestort op rekening van de notaris, die het vervolgens over zal maken naar Nederland. Men meent hiermee dwaling te kunnen omzeilen. Ik heb daar de nodige bedenkingen over. Maar ach, we zijn in Albanië en we zullen moeten denken als Albanezen. De acte moet worden aangepast, dus we kunnen pas over een paar dagen tekenen. Xhoni zorgt voor de geldstorting bij de bank.
Annet gebruikt haar tijd om de kapper de bezoeken en gaat gelijk even naar de markt.
Om vier uur schuif ik aan bij de Bijbelstudie van Nardi. Samen met hem heb ik jaren lang een Bijbelstudie gedraaid voor de ouderen, zeg vanaf 50 jaar. Nardi kan mensen boeien, in de goede zin van het woord. Hij is een meester in het vertellen, speelt fantastisch gitaar, zingt, kortom hij heeft alle talent als leraar. Nardi is dan ook als voorganger full-time werkzaam in de kerk. Gelijker tijd helpt Rea, zijn vrouw, met de koffie en cake. Zij houdt in een aparte ruimte een Bijbelstudie voor de vrouwen. Ik word hartelijk ontvangen. Fijn om mekaar weer te zien.
Na de Bijbelstudie tref ik Annet in het centrum. We wandelen samen naar Romeo waar we nostalgische herinneringen ophalen. Zoals wij voorheen gewoonlijk deden ieder vrijdagavond bestellen we een pizza en delen een halve liter wijn. Alsof er in die drie jaar van afwezigheid niets veranderd is.
Vrijdag, 30 september
Na een goede nachtrust en een heerlijk ontbijt, zet Marleen ons af bij ons oude huis. Vandaag staat een bezoek aan de dorpen op het programma. Maar eerst neem ik tijd om onze buren te ontmoeten. Aliqi (vr) en Thodori (m). Ik verneem dat de broer van Thodori twee maanden geleden overleden is. Dus ga ik eerst één verdieping omlaag om zijn vrouw te condoleren. Het huis is nog steeds ingericht alsof het gisteren gebeurd was. Ik loop de ‘salon’ in, maar wordt nog net bij de deuropening tegengehouden door een neef des huizes. Hij geleidt mij vriendelijk doch dringend naar de mannenkamer. Ik krijg een glaasje raki waarvan ik, naar lokale gewoonte, even nip en het halfvolle glaasje weer terugzet op het dienblad. Naar traditie zou ik er ook wat geld bij moeten leggen om de kosten te dekken, maar dat zij mij vergeven; ik heb geen geld bij me. Er volgt een heel gesprek met de neef die uit Roemenië is gekomen en speciaal hiervoor zijn studie heeft onderbroken.
Hij blijkt een intellectueel. Zeer begaan met het lot van de Albanezen en bereid om voor hen door het vuur te gaan. Niet met geweld, maar door middel van dialoog.
Om twee uur hebben we afgesproken met het team van Patriot. We worden opgepikt in de stad en rijden met de 4WD naar Vashtemi, Vlocisht en als laatste Poçest. In het eerste dorpje zetten we Suela af. Zij houdt hier elke vrijdagmiddag een Bijbelstudie met de vrouwen. Shelly rijdt ons verder over hobbelige wegen naar Vlocisht. Hier ontmoeten we de vrouw en dochter van Vladimir. Hij was één van de werkers, die ons destijds heeft geholpen met de bouw van een kerk. Het huis van Vladimir was jaren geleden een bouwval. Met wat vrienden hebben we toen geld bijeen gebracht voor materialen en heeft Vladimir zelf alles opgeknapt. Het ziet er fantastisch uit. Hij heeft nog een schuld van ca 1500Euro bij de bank, maar werkt hard om dat af te lossen. Een goede zaak.
Nu we toch in de buurt zijn, gaan we gelijk even langs een kerk die wij met een werkgroep uit Ommen gebouwd hebben in Poçest. Ook daar bruist het van activiteiten. We worden begeleid door een paar straatjongens die met touwtjes hun broek ophouden. Het gebouw en de tuin zien staat er fraai bij. Binnen is het gezellig, een vrouwengroep neemt één kamer in naast de zaal. We nemen vluchtig een blik en schieten wat foto’s. Terug naar ‘huis’.
Zaterdag, 1 oktober
Vandaag zou voor mij de grote dag heten. Al vier weken geleden heb ik Nardi geschreven voor een bezoek aan de gevangenis aldaar. Om half tien pik ik met de auto van Marleen de twee broeders op die met mij meegaan. En alhoewel het goed voorbereid was, loopt ons bezoek goed fout. De bewaker kan wel Nardi en Berti toelaten, maar Rob van Eck staat niet in zijn agenda. Na wat heen en weer gebeld te hebben blijkt de Directeur mondeling toestemming te hebben gegeven, maar heeft dit niet doorgegeven aan de bewaking. Hijzelf zit in het buitenland.
Ik spoor Nardi aan om samen met Berti naar binnen te gaan, dan wacht ik wel een uurtje bij de auto. Maar ze willen daarvan niet weten. Onverrichter zaken keren wij samen terug naar de stad. Een zware tegenvaller voor mij. Ik kom al heel wat jaren in die gevangenis, en zou graag wat mensen terugzien.
Maar ook dit gebruikt God weer ten goede. We hebben ruimschoots tijd voor een kopje koffie, dus strijken we neer op een gezellig terrasje. Berti vertelt van zijn familie, over de financiële omstandigheden en hun flat in Durres. Met Nardi heb ik een lang gesprek over de noden in de kerk. Hij is verantwoordelijk voor de beamer, die nog wel eens wil doorbranden. Een nieuw apparaat (of lampjes) zou erg welkom zijn. Ook heeft hij snaren nodig voor zijn gitaarlessen. Plastic of metaal, maakt niet zoveel uit. Hij heeft kinderen in zijn groep van Roma afkomst, die ondervoed zijn. Of wij een programma kunnen starten voor maandelijkse ondersteuning. Wij hebben jaren een dergelijk project gehad met sponsors uit Frankrijk. We zullen het meenemen in onze gedachten en gebed.
Voordat ik afscheid neem van Nardi, neem ik nog een video op van hem. Anton had dat verzoek bij mij gelegd, en daar is nu mooi gelegenheid voor. De middag gebruik ik voor rust. Annet bezoekt haar vriendinnen Eva en Mona. Het is dus een hele tijd rustig in huis. . . . . .
Zondag, 2 oktober
Voordat we naar de dienst gaan in het centrum van Korçë, lopen we een man tegen het lijf die uit Tirana is gekomen. Hij is naar het verzorgingshuis gekomen om zijn moeder te bezoeken. Volgens Marleen is hij, ondanks de rit van vier uur met de auto, trouw in het bezoek. We kunnen met hem meerijden naar Tirana. Dank U wel, Heer! We spreken dus af vóór de kerk, direct na de dienst. We zetten alvast de koffers in zijn auto en vervolgen onze weg naar de kerk. Het is druk. Naast de oude bekende broeders en zusters, die ons hartelijk verwelkomen, zie ik nog heel veel nieuwe mensen. Vooral jongelui. Dat doet mij deugd. Het evangelie wordt snel verspreid in Albanië. Er is leven en groei in de kerk. Als het laatste lied wordt ingezet, dringt Marleen erop aan om rap te vertrekken. Ze weet uit ervaring dat, als we niet voortijdig opstappen, iedereen ons zal aanhouden. En onze chauffeur wil graag weg.
Het wordt een gezellige rit. De Mercedes 220 is gebouwd voor deze wegen. Hij zoeft over de weg, en laat maar al te graag weten wat een goede chauffeur hij is. We rijden drie politie controles langs. Gelukkig hebben die hun handen al vol aan andere snelheidsmaniakken.
In drie uur tijd komen we in de hoofdstad aan. Onze chauffeur zet ons netjes voor de deur af van ons gasthuis. Het zendingshuis van Hoop voor Albanië. Het huis heeft een flinke upgrade gehad sinds Koos en Dinie Roozenboom het beheer voeren. Oude bekenden voor ons. Dit echtpaar kennen we nog uit de periode dat zij Marian Nijhof hielpen in Gjirokaster. Daarna zijn ze een tijd in Nederland gebleven, maar hun hart trok toch steeds weer naar Albanië.
Zo tegen zessen komen ook Fred en Wilma binnen. En ik we horen van Teun van de Lugt ook op bezoek is. Het is vandaag de verjaardag van Annet. Dat wordt dus gezellig. We nodigen hen allemaal uit voor een diner in het centrum. Omdat daar nauwelijks parkeerruimte is, oppert Koos om de bus te nemen. Voor 20lek (15 cent) kun je zolang in de bus zitten als je wil. Maar na 10 minuten wil ik er wel weer uit. We zijn op het plein met de fontein. Erg mooi.
Evenals Korcë is ook Tirana flink bezig om het aanzicht te verfraaien. Er wordt heel veel geld ingestoken. En dit, terwijl er nog zoveel daklozen zijn. Ergens zit er iets scheef in de politiek.
Onder het eten wisselen we onze ideeën en ervaringen uit. Zo hoor ik van Fred dat hij voor het gevangeniswerk één nieuwe man zoekt die hij wil opleiden in het management. De organisatie is flink gegroeid. Zowel met vaste krachten als met vrijwilligers in het land.
Teun helpt Vera met haar gaarkeuken. Dankzij een nieuwe kas uit Nederland kan zij nu zelf het hele jaar door groenten telen. Teun vliegt regelmatig op Tirana om haar daarin te adviseren. Leuk om te horen dat zij nu ook de hele omgeving voorziet van kweekgoed en dat de vrouwen er plezier in krijgen om zelf groenten te gaan verbouwen op hun eigen grond.
Maandag, 3 oktober
Na het rijk verzorgde ontbijt (met dank aan Dinie en Koos) gaat eenieder zijn weg. Annet heeft nog een afspraak met Adeline, onze poetsvrouw uit Korça, Zij heeft geprobeerd een bestaan op te bouwen in Griekenland, daarna in Duitsland, en is tenslotte in Tirana uitgekomen. Gelukkig heeft ze daar wel werk gevonden.
Teun vliegt weer terug naar Nederland. Voor mij ligt de opdracht om de boekhouding van een gehandicapten centrum, iets buiten de stad, te checken. Vanuit NLF was die vraag ontstaan, maar ook Hoop voor Albanië wilde graag meer vat hebben op de plannen van Bashkim. Met name over de bovenbouw van zijn nieuw centrum, waar kamers worden klaargemaakt om minder validen te huisvesten. Een mooi project, waar Bashkim zeker hart voor heeft. Maar is het wel financieel haalbaar? Bashkim heeft immers geen toegang tot kredietmarkt. Dit heeft als gevolg dat hij geld kan uitgeven totdat het op is, om het maar even plastisch uit te drukken. Zo kon hij voorgaande maand geen salaris uitbetalen aan het personeel, hemzelf incluis. Op steun van de overheid hoeft hij niet te rekenen. Om hemzelf dus te behoeden voor de afgrond moeten we wel een rem zetten op zijn energieke plannen. Het gebouw is wel helemaal klaar. De kamers en gemeenschappelijke ruimten zien er netjes uit, al is de inrichting nog niet helemaal af. Bashkim leidt mij rond, stelt mij voor aan alle klasjes waar gehandicapten in kleine groepjes les krijgen. Het valt mij op dat Bashkim zijn cliënten niet gehandicapt noemt, maar lichamelijk beperkt. Na alle papieren te hebben doorgenomen met Egla, de boekhoudster, en wat kritische vragen nemen we afscheid. Ontbrekende cijfers belooft hij na te sturen per e-mail.
Voor de avond hebben Annet en ik een afspraak in het Stefan Center. We ontmoeten daar Laura Dakas, echtgenote van Chris. Helaas kan Chris er niet bij zijn, hij zit in Texas. Chris en Laura hebben ons geholpen toen ik ben opgenomen in het St,Luke ziekenhuis in Thessaloniki. Zij hebben ervoor gezorgd dat Annet een eigen woning had voor een periode van zeven weken. Het leek ons een wonder!
Dinsdag, 4 oktober
Onze missie in Tirana zit erop. Wat eerder dan gepland kunnen we terug naar Korçë. Annet wil maar al te graag weg, want we hebben nog e.e.a. te doen daar. Het is even zoeken waar de bussen. Net aan de rand van Tirana, waar het terrein is van de universiteit, is een emplacement voor de bussen. We hoeven niet lang te wachten want elk heel uur gaat er één. We moeten voor de rit van vier uur slechts 500 lek af te rekenen, dat is nog geen 4Euro/p/p. Halverwege, iets voorbij Elbassan, stopt de bus voor een sanitaire stop en desgewenst een lunch in het restaurant. Het is een ontspannen rit en we treffen een jonge, maar beheerste chauffeur. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt!
Om drie uur zijn we in Korçë. Xhoni had al gebeld of ik even bij de notaris langs wil gaan, dan kunnen alle papieren van het huis worden getekend. Daarmee is de overdracht eindelijk rond. Ons huis heeft hiermee een mooie bestemming gekregen, daar zijn we blij mee. Het wordt door de kerk gebruikt als opvanghuis voor meisjes die misbruikt worden. Een zogenaamd safe-house. Inmiddels zitten er negen meisjes intern.
Nardi wil ons nog graag even zien en nodigt ons uit voor het diner. Een mooie plek waar wijzelf nog nooit zijn geweest, het is een restaurant annex bierbrouwerij. Vanuit de eetzaal kun je de gistcontainers zien staan. Het eten en de bediening en de sfeer is uitstekend. Voor mij een dikke 10!
Woensdag, 5 oktober
Vandaag reizen we naar Griekenland. Evenals op de heenweg, doen we ook deze terugreis in tweeën. Eerst gaan we de grens over en overnachten we bij vrienden in Kastoria; de dag daarop doen we het laatste stuk naar het vliegveld en naar huis. Om 10 uur ‘s morgens staat de taxi al klaar die ons naar de grens brengt. We nemen afscheid van de ouderen in het verzorgingshuis, nemen nog wat foto’s en als laatste afscheid van Marleen, onze Belgische vriendin.
Het voordeel als je te voet de grens over gaat, is dat je niet achteraan in de rij auto’s hoeft aan te sluiten. We lopen dus zo naar het loket en zijn in no-time aan de Griekse zijde. Ruim op tijd, zodat ik nog een lekker broodje giros kan pakken en met een kopje frappé kan genieten van de laatste zonnestralen. Annet houdt de giros voor gezien, zij beperkt zich tot de koffie.
We worden opgehaald door onze vrienden, Dimitri en Tina. Hij is een Griek van oorsprong en beroepsfotograaf. Zij komt uit New York. Ze vertellen ons van alle misstanden in Griekenland. Zelf hebben ze een prachtige villa in Kastoria. Het liefst zouden ze zo willen vertrekken naar de U.S., maar hun huis is onverkoopbaar. Ze krijgen er nog geen 150.000Euro voor, terwijl het zeker het viervoudige heeft gekost. Zonder steun van haar ouders, die nog steeds in New York wonen, zouden ze het niet kunnen opbrengen om daar te blijven wonen. We genieten van hun gastvrijheid en komen even tot rust in hun villa.
Donderdag, 6 oktober
Dit belooft een lange dag te worden. Vandaag vliegen we terug naar Dusseldorf. Maar eerst moeten we nog ruim 200km rijden naar Thessaloniki, Daarvoor zorgt Fredi. Hij haalt ons ‘s middags op om 3 uur. Tijd genoeg overigens, want ons vliegtuig vertrekt pas om 21.00. Dat geeft ons de gelegenheid om nog even langs zijn huis te gaan, waar we een snelle pizza pakken. Sindos is eigenlijk een plaatsje van niks. Het is een voorstadje van Thess. met 20.000 inwoners. We worden in detail op de hoogte gebracht van de situatie daar. Het vluchtelingenbeleid van Europa heeft ook daar zijn sporen nagelaten. Verdeeld over vier kampen zijn 7.000 Syriërs en Libanezen opgenomen. Door militairen wordt de wacht gehouden, maar ze zijn vrij om het kamp in en uit te gaan. Als we bij Fredi uit het raam kijken, zien we ook inderdaad een groepje nomaden rondlopen, in lange gewaden, die duidelijk niet van hier zijn. Allen wachten ze op een transfer naar Athene om vandaar te worden verspreid over Europa. Een trieste situatie. We kunnen alleen voor hen bidden en hopen dat er snel een eind komt aan deze verschrikkelijke oorlog. Opdat ze weer terug kunnen naar hun vaderland.
De terugreis verloopt verder voorspoedig. Van mijzelf merk ik in het vliegtuig dat ik helemaal ben stilgevallen. Alle gesprekken en indrukken van de afgelopen dagen hebben blijkbaar toch wel veel impact gehad. Het is ook niet niks. Ik heb nog wat meer tijd nodig om het allemaal te verwerken.
Even over twaalven komen we aan op Weeze airport. We mogen de klok één uur terugzetten. Dat is meegenomen! Annet gaat direct naar de band voor de koffers terwijl ikzelf naar het parkeerterrein loop om de auto op te halen. Tien minuten later treffen we elkaar voor de uitgang. Wat een timing!
Als we in onze Honda Hybride over de vierbaans snelwegen zoeven richting Eindhoven denken we terug aan Albanië, Wat een armoede daar, zoveel zorgen. En hoe rijk zijn wij hier. Wij prijzen ons gelukkig en vinden het fijn dat we iets van hun ellende op ons mogen nemen.
Maar voor nu is het even genoeg.